LEED
Ontwerpen en bouwen volgens LEED (Leadership in Energy and Environmental Design) was nieuw voor Nederland.
Certificering
Bij deze internationaal erkende, Amerikaanse methode let men op het ontwerp, de realisatie, het uiteindelijke gebruik en het beheer van het gebouw in (bij de gehanteerde versie, New Construction v2.2) de vijf categorieën: materialen, energie, water, binnenmilieu en omgeving. Concrete voorbeelden: het gebouw bevat uiteindelijk tenminste 20% gerecycled materiaal, het pand moet dicht bij openbaar vervoer liggen en een groot deel van het gebruikte materiaal (>40%) moet regionaal zijn: gewonnen en verwerkt binnen een straal van 500 mijl (circa 800 km) van Hoofddorp. Tevens besteed LEED veel aandacht aan het binnenmilieu door eisen te stellen aan ventilatie, te openen ramen, verlichting, vluchtige organische stoffen in gebruikte materialen, etc. Om het vastgelegde doel, LEED platinum, te behalen moesten minimaal 52 punten gescoord worden. Alle verzamelde bewijslast is uiteindelijk beoordeeld in Amerika.
Intensieve samenwerking
Het gehele realisatieproces van een project dat deze hoogste LEED-score wilt bereiken is intensief. Bij alle processen en handelingen op de bouwplaats moet worden nagedacht of deze niet schadelijk zijn voor de omgeving van de bouwplaats. Daarnaast konden niet zomaar alle normale bouwmaterialen gebruikt worden. Door de strikte eisen van LEED (en GreenCalc+) moest regelmatig de dialoog gevonden worden met opdrachtgever en architect om een materiaal te vinden die van alle partijen groen licht kregen. Deze intensieve samenwerking bleek de drijvende kracht voor een duurzaam gebouw.